Four Drifters

Na Christchurch zijn we zuidelijker richting Oamaru gereden. Dit plaatsje staat bekend om zijn blauwe pinguïn kolonie. Elke avond vlak voor zonsondergang komen deze beestjes aan land na een dag jagen in de zee. Dit fenomeen is een grote attractie geworden en door de grote stroom toeristen is er nu een tribune gebouwd waarvan je de pinguïns kunt zien.

Om kwart voor negen kwamen de eerste pinguïns aangezwommen. Het is ontzettend grappig om de beestjes aan te zien spoelen en ze vervolgens de rotsen op te zien waggelen en klimmen. Als ze bovenaan de rotsen zijn rennen ze in groepjes heel snel het pad over naar hun nesten. Uiteindelijk hebben we ongeveer 200 pinguins aan zien komen. Voordat je weggaat wordt je nog even gewaarschuwd om onder je auto te kijken voordat je wegrijdt. Het komt vaak voor dat er een pinguïn onder auto’s verstopt zitten. Onze auto was pinguïnvrij.

De volgende dag zijn we naar Dunedin (spreek uit als Duh-nie-dun) gereden. Bij een holidaypark hebben we een cabin geboekt. Een cabin is een populaire kampeer methode in NZ. Een cabin is niet meer dan een hutje met twee tot vier bedden, een tafel en een paar stoelen. Soms zijn er maar 2 cabins op een camping, soms 20. Bij de cabins is een toiletgebouw en een gemeenschappelijke keuken. Eigenlijk is een cabin een soort luxe tent maar dan anders. De bedoeling was om in onze tent te gaan slapen, maar toen we als proef onze tent op wilden zetten bleek dat de tentstokken kapot waren. En die zijn toch vrij essentieel … Het alternatief is dus een cabin en dat komt eigenlijk wel goed uit. Het regent namelijk bijna de helft van de dag hier in het zuiden van Nieuw-Zeeland!!!!  De dag dat we aankwamen in Christchurch was het 36 graden en geen wolkje aan de lucht. De dag erna was het 17 graden, bewolkt en regenachtig. En dat is het nog steeds. Tja, dat krijg je ervan als je het thuisfront jaloers maakt met blauwe luchten en temperaturen van boven de 30 graden. Bad Karma!!!! Hierbij onze excuses :-).