Gisteravond zijn we tegenover het hotel gaan eten bij een eetstalletje. Plastic krukjes en in de vitrine lagen allerlei soorten visjes, schelpdieren en kikkerbillen. En in de bediening de plaatselijke she-male. Wij bestelden tom yam soep, de bekende Thaise pittige soep. Met kokosmelk, koriander, sereh, limoenblaadjes paddenstoelen, lente ui en rode pepertjes. En sperziebonen. Tenminste… daar leek het op. Het waren natuurlijk gewoon stukken groene pepertjes. Toch wel grappig dat eerst Maarten en twee minuten later ik mij er in vergiste. Sukkels…. 🙂 Maar na 10 minuten is het over en kun je weer gewoon ademen.
Vandaag zijn we de stad in gegaan in de “we zien wel waar we terecht komen” modus. We zijn langs het paleis gelopen richting de rivier. Bij de rivier hebben we met uitzicht op de Wat Arun even lekker in de schaduw gezeten. We hebben ergens een Pad Thai gegeten met watermeloensapje en kwamen toen bij de Wat Pho uit. En supermooi tempelcomplex met honderen boedhabeelden en een hele speciale boedha, de liggende boedha. Erg indrukwekkend hoe groot deze is.
Nu gaan we weer op zoek naar een avondmaaltje. Geen sperziebonen denk ik…
Is een Pad Thai niet een oosterse kloon van de I-Pad?
Weet niet of je het wilt lezen, maar wij zijn heerlijk aan het werk; heb zelfs je plek ingepikt!
Hoi Maarten en Annelies,
Wat hebben jullie het slecht ;).
Liefs,
Mama en Fer