Om kwart over 9 gingen we de deur uit naar Dongmeng station. We hebben daar namelijk afgesproken met Lynton. Een gids van het platform WithLocals die ons meeneemt op zoek naar lekker eten. Een foodtour dus!
We waren veel te vroeg bij de afgesproken plaats, want we hadden een metro eerder. We liepen even een rondje en een restaurant viel op. Er stond namelijk een lange rij en er hing een bordje over de wachttijd. Op dat moment 20 minuten. We zochten op wat het was en het bleek Din Tai Fung te zijn. Wij hadden er nog nooit van gehoord, maar het schijnt een wereldberoemd dimsum restaurant te zijn. Zo populair dat er inmiddels meerdere vestigingen in verschillende landen zijn.
We maakten kennis met onze gids. Lynton is geboren en getogen in de wijk Dongmeng, chef en fotograaf, maar houdt zich nu alleen nog bezig met het werken als gids. We merkten meteen dat hij een echte gids is. We kregen uitleg over de naam Dongmeng, wat oost poort betekent. In vroegere tijden was Taipei ommuurd en woonden alle rijke mensen binnen de muren. De gewone mensen woonden er buiten. Ondanks de armoede aten de mensen buiten de muur wel het lekkerst, vandaar dat we nu in deze wijk de toer doen.
We kwamen op verschillende plekken en probeerden allerlei bijzondere en lekkere specialiteiten. Even kijken of ik ze mij nog allemaal kan herinneren, zoveel waren het er.
Onze eerste stop was om wat sushi af te halen. Taiwan was ongeveer 100 jaar geleden een kolonie van Japan. De Japanse invloed is ook nog overal te merken. O.a. de schone toiletten en het in de rij staan voor de metro, maar dus ook het eten. Vanwege het klimaat doet rauwe vis het hier niet zo heel goed. De sushirollen hier worden dan ook gevuld met gedroogd vlees. In dit geval porc floss. Varkensvlees wordt gebakken en gedroogd en op smaak gebracht met sojasaus. Smaakte bijzonder lekker. We haalden het af bij een klein stalletje dat volgens Lynton 50 jaar bestaat en ook al 50 jaar hetzelfde eten bereidt. Ze verkopen ook maar twee soorten sushi.
Hierna bezochten we de zogenaamde wet market. Een versmarkt waar vanalles verkocht werd. Ontzettend leuke markt waar in tegenstelling tot de Vietnamese markten alles er netjes en fris bij lag. Ook hier veel delen vlees die je in Nederland niet tegenkomt. In Taiwan zijn ze ook dol op ingewanden. Die stonden niet op het programma. Wel een soort blokjes van rijst en tarowortel en gedroogde tamarinde. We kregen ook nog een kopje oolong thee en genoten van het verschillende aanbod en de vriendelijke mensen. Geen toerist te bekennen ook hier wat het voor ons extra bijzonder maakte.
We schoven aan bij een klein restaurantje waar we een soep met visballetjes aten en rijst met varkensvlees. Lynton deed erg zijn best om wat lekkers voor de jongens te regelen, maar ze hadden er nog niet veel zin in. Stijn at hier wel wat van de rijst.
Bij een groentenboer kregen we verschillend tropisch fruit om te proeven. Erbij kregen we plum powder. Een soort zout/suiker mengsel wat je over je fruit kan strooien. Dat smaakte een beetje vaag zoutig en wij snapten het nut eigenlijk niet van dit poedertje. Het was wel mooi om te zien dat 95% in deze winkel lokaal fruit was en er bijna niks geïmporteerd bij was.
Tijd voor een gepofte zoete aardappel. Het voer van de armen. Vroeger aten de rijken witte rijst en alleen de arme boeren zoete aardappel. Inmiddels weten we dat zoeter aardappel veel gezonder is dan rijst en zijn de rollen omgedraaid. De rijke hipsters eten nu zoete aardappel. Bij een kraampje zagen we grote aardenwerken tonnen waar met houtskool een oven van gemaakt wordt. Je eet hem op het schil en al en zo uit het vuistje. Simpel en heerlijk!
Tijd voor iets zoets. Mochi met pindapoeder. We kregen bij een kraampje een bal van fijngemalen kleefrijst en een zakje gemalen pinda. Van de rijst maak je een balletje en dat meng je door het zakje pindapoeder. Een van de favoriete snacks van de Taiwanezen. Ik ben dol op mochi! In Japan ook veel te vinden, waarschijnlijk ook een Japanse invloed geweest.
We waren nog lang niet klaar met snacken. Bij een ander kraampje kregen we een soort gefrituurd broodje met groente en vlees. Poe, ik begon nu wel een beetje vol te raken.
Bij een klein restaurantje zijn we aan een tafeltje gaan zitten. Lynton had op eigen initiatief het programma wat aangepast met kortere afstanden en iets meer stops waar we konden zitten. Heel fijn, want zo’n tour is al snel saai en vermoeiend voor Jasper en Stijn. Al begonnen ze op dit punt wel wat meer te proeven van al het lekkers. Bij dit restaurantje kregen we verse sojamelk en tofupudding in een zoete soep met zacht gekookte pinda’s. Hmmmm… dit vonden we niet zo lekker eigenlijk. Maarten is al niet zo’n fan van soja en tofu. Ik wel, maar vond het na een paar hapjes en slokjes wel best.
Na weer een paar minuutjes wandelen parkeerden Lynton ons bij een parkje met een speeltuin en is hij scalion pancakes gaan halen. Volgens CNN de beste te wereld. Heel simpel, het is niet meer dan een gefrituurd pannenkoekje met wat lente-ui, maar het smaakte ontzettend lekker. Ondertussen leefden Jasper en Stijn zich uit op de glijbanen. Met Lynton sprak ik nog over de Taiwanese cultuur en zijn werk als gids. Zo vertelde hij dat het in zijn cultuur heel ongebruikelijk is om je voor te stellen met je naam. Als je dat doet staat dat een beetje arrogant, alsof je een beroemde naam hebt ofzo. Dat betekent dat je soms maanden met iemand omgaat, maar zijn naam niet kent. Grappig toch? Bij ons is het eigenlijk andersom. Als je je niet voorstelt vinden wij je een beetje arrogant.
Tijd om weer verder te lopen. We stopten bij een winkel die alleen maar gedroogd vlees verkocht. We proefden verschillende soorten. Jasper en Stijn deden ook mee met het proeven. We aten ook de porc floss die tussen de sushi zat. Wat is dat lekker spul! We kochten een zak om verder van de snoepen.
De tour werd afgesloten met wat zoets. We aten ananascakejes, een soort boterkoek en een cakeje waar de porc floss in verwerkt zat. Tja, dat was een beetje vreemd, maar wel lekker. Ook hier waren Jasper en Stijn druk met het proeven van de cakejes.
Als tip kregen we nog de Taipei Fried chicken mee. Een specialiteit die je alleen in Taiwan vindt. Kippenvel gevuld met kleefrijst en dan gefrituurd. We namen er eentje meer voor thuis. Was wel aardig, vooral heel vet.
We namen afscheid van Lynton en namen de metro terug naar huis. Daar hielden we siësta en buikten we uit. Het was weer een bijzondere tour. Een food tour is voor ons altijd dubbel leuk. Je ziet wat van de stad, leert wat over de geschiedenis en cultuur, komt op plekke waar je anders niet zou komen en eet de meest lekkere, bijzondere, onverwachte en aparte dingen!
Onze foodtour smaakte naar meer. We wilden nog een night market bezoeken en er blijkt er eentje niet ver van ons appartement te zitten. Deze markt wordt omschreven als niet toeristisch en dat leek ons ook wel wat. Iets voor zessen kwamen we aan en de meeste tentjes waren net open of aan het opbouwen. We slenterden wat en als de jongens wat zagen dat ze wilden eten mochten ze het zeggen. Jasper koos voor een kraampje met een soort vet dooraderde biefstuk. Op een hete grill werd het vlees gebakken en er kwam nog een soort vlammenwerper aan te pas om het vlees goed te roosteren. Vlammen en heel veel herrie. Jasper en Stijn waren zeer onder de indruk van de bereiding. Ze bietsten wat hapjes en we liepen weer verder. Ze wilden ook graag worst eten en ook die vonden we. Ik nam zelf nog een bubble tea. Thee met melk en tapiocaparels. Met een rietje drink je van je koude thee en komt er af en toe zo’n balletje mee. In Nederland ook te vinden, maar het is dus typisch Taiwanees. Al snackend liepen we over de markt en dachten ‘dit hadden we eerder moeten doen’ en ‘hier gaan we nog een keer eten’. Dat is wel grappig. Hoe lang we ook ergens zijn, we komen altijd tijd te kort. Er is altijd nog iets leuks te doen, te zien of te eten.
Na een uurtje markt zaten onze buikjes vol met zoete aardappelballetjes, cakejes met chocola, koekjes en een of ander kaas/vlees rolletje. Om het weg te spoelen namen we nog een suikerrietdrankje.
We liepen via een achterafstraatje weer terug waar we een etalage vol katten passeerden. Geen idee wat het was. Een kattenhotel? Asiel? Het zag er gezellig en verzorgd uit in ieder geval. We liepen ook langs een dierenwinkel met puppy’s en kittens in de etalage. Scheelde niet veel of we kwamen met een nieuwe huisgenoot thuis.