Gisteravond zijn we gaan eten bij een Izakaya in ons dorpje. Dat is een soort eetcafé. Deze had hele mooie tl verlichting en de tv stond afgesteld op het sumo toernooi dat begonnen is. Het bleek ook een Frans/Italiaanse/Spaanse inslag te hebben dus aten we spaghetti a la vongole en garnalen en champignons met knoflook. Toen we binnen kwamen keek de kok/eigenaar een beetje bezorgd. “No english menu” zei hij. Maar wij hebben Google translate dus draaien onze hand niet om voor een beetje Japanse tekens.
Je maakt namelijk een foto van de menukaart en veegt met je vinger over de tekst die je wil vertalen. Soms komt daar onbegrijpelijk gebrabbel uit waar je niks van snapt. Zoals van de week met een menukaart op een krijtbord. Nu was het redelijk en konden we genoeg vertalen om een lekker maaltje te bestellen.
Daarna in het donker naar huis lopen. Om 18:00 is het hier al donker dus je loopt hier in de avond al snel in het donker. De jongens vonden het heel spannend en zagen van alles onderweg. Zoals een kroeg met een aquarium met allemaal goudvissen. Fascinerend! De jongens trokken veel bekijks want ze liepen met hun eigen rugzakjes. Jasper kreeg ook weer een snoepje toegestopt nadat er heel veel ‘kawaaaaiii’ was geroepen.
En toen was het weer ochtend. Vanochtend eerst een Japans ontbijt. Dat hadden we speciaal besteld voor vandaag. Een Japans ontbijt lijkt op geen enkele manier op de ontbijtjes die wij gewend zijn. Je krijgt witte rijst, zoetzure groenten, gebakken vis en miso soep. Het smaakte allemaal heerlijk. Voor de jongens hadden we geen ontbijt besteld. Ze hebben op de kamer appel en ananas gekregen en bij het ontbijt aten ze allebei een grote kom witte rijst.
Wij vonden de Japanse hapjes erg lekker. Alleen de ingelegde pruim is altijd een uhhh.. een aparte smaakbeleving. Kleine pruimen worden ingelegd in heel veel zout en zuur. Het is echt zo’n ding waar je bek van samentrekt, maar gek genoeg ga je het waarderen als je ze vaak genoeg eet. Deze lekkernij is ooit ontstaan om ouderen meer water te laten drinken in warme zomers. We snappen waarom. Je krijgt goed dorst na het eten van zo’n pruimpje. Het gebakken visje deze keer was een visje uit de lokale rivier. Een soort forel. Deze was ingelegd in soja en suiker. ‘Very tender, you can even eat the bones’ zei de eigenaresse tegen ons. En inderdaad. Het gehele visje was boterzacht en smaakte heerlijk. Alleen de kop heb ik niet opgegeten, dat ging mij toch een beetje te ver.
Daarna zijn de jongens met Maarten in de lobby met de treinbaan en Thomas de treintjes gaan spelen. Dat is wel een uitkomst hier in de ryokan. Er is speelgoed! Ik ben gaan badderen in de onsen. Toen we hier net aankwamen vertelde de eigenaar dat we in de onsen geen sieraden moesten dragen vanwege de ‘sulfur’. Wat is dat ook al weer? vroeg ik mij toen af, maar zodra ik de onsen binnenstapte wist ik het. Zwavel! Het ruikt dus enorm naar rotte eieren! En dat schijnt heel goed te zijn voor van alles en nog wat.
Tijd om op pad te gaan. Toch geen fietstocht. Zo’n stoere te kleine mountainbike leek ons niet verstandig met Maarten zijn rug en de wegen hier vinden wij ook iets te smalletjes om met fiets en aanhanger te gaan rijden.
Vandaag is het een uitstapje naar Ninja Village geworden. Op ongeveer 1,5 uur rijden ligt er een klein pretparkje met als thema ninja’s. Nou hebben Jasper en Stijn geen idee wat dat zijn, maar we begrepen dat je er lekker kon klauteren en klimmen. Nou dat was een understatement! Wat een leuk pretparkje! Ten eerste was de rit er naar toe al erg de moeite waard. Eerst langs de chikuma rivier met alle moestuintjes en rijstvelden er naast. Daarna dwars door de stad Nagano om vervolgens de bergen in te rijden. We zijn op ongeveer 2000 m hoogte geweest. Wat een uitzichten! Het was net alsof we zelf over de toppen van de bergen reden.
Onderweg ook nog getankt. We rijden een Toyota vitz hybrid, dus erg zuinig, maar er moest toch even getankt worden. Dat is ook weer een aparte beleving in Japan. Zodra je het tankstation op rijdt komen er een aantal mannetjes in bijpassende overal naar je toe gerend. Echt waar, ze rennen naar je auto en geven je instructies waar je mag staan. Dan gaat er een voor je tanken en gaan er een of twee je autoruiten voor je poetsen. Dan reken je af, in cash, want hoe Hi Tech Japan ook is, cash gaat hier boven plastic geld. Bij deze tankbeurt kregen we 1 cent terug en zelfs het halen van wisselgeld gebeurde al rennend. Vervolgens rijd je weg en buigen de tankstationassistenten voor je terwijl je het tankstation verlaat. Wij kregen er een beetje de slappe lach van. Het voelde net alsof we F1 coureurs waren en een pitstop maakten. 😂
Overigens kost benzine hier ongeveer ¥150 per liter. Dat is omgerekend €1,10.
Vandaag heb ik ook iets van mijn bucketlist kunnen strepen! Tot nu toe heeft Maarten alles gereden in Japan en vandaag heb ik ook een stuk gereden. Ze rijden hier links, dus extra uitdaging. Ik heb al een keer eerder aan de linkerkant gereden, in Nieuw Zeeland, en herinnerde mij dat het toen lastig was de ruimte aan de linkerkant in te schatten. Oh en omdat je zelf aan de rechterkant zit zijn ook je knipperlicht en ruitenwisser omgedraaid. Al met al een schadeloos ritje met maar 1 keer een ruitenwisser. 😄
De jongens sliepen terwijl ik reed, dus dat is een goed teken.
Terug naar de ninja’s, want daar waren we inmiddels aangekomen na een flinke bergetappe. We betaalden ¥1000 entree voor ons viertjes (€8) en kwamen tijd tekort! Er was een heel parcours dat je kon lopen als een echte ninja. Je kon ook ninja pakjes huren, maar daar hadden onze kindjes geen zin in. Het parcours bestond uit klauteren, klimmen en glijden. Stijn was er eigenlijk iets te klein voor, maar die nam genoegen met rustig kijken wat zijn grote broer uitspookte. Voor Jasper was het ook best uitdagend, maar hij ging ter plekke vooruit in klimvaardigheid. ‘Moeilijk werkje’ noemde Jasper het. Echt superleuk om te zien. Stijn is ook van de glijbaan geweest wat ook een kleine overwinning is op het moment.
Er bleek ook nog een klein museum te zijn en een soort mini monkey town, een soort binnenspeeltuin met ballenbak. Superleuk dus!
Daarna richting onze ryokan. We zijn vanavond weer bij een Izakaya gaan eten. Weer een superleuke ontvangst door de eigenaren. De eigenaresse liep met een baby van 10 maanden op de rug en vaders stond in de keuken. Er werd zelfs een beetje Engels gesproken en er was een Engels menu. Aan een andere tafel zat een meneer die ook meteen contact maakte en de jongens allebei een yakitori (vleesspiesje) gaf. Vlees! Blijer kun je ze niet maken, dus zaten ze meteen lekker aan een spiesje te knabbelen.
Van deze meneer kregen wij een glaasje sake en later ook een glaasje sochu. In de tussentijd hadden wij ook sake besteld en een glaasje terug geschonken. De laatste dagen heeft vooral Jasper ook het ‘arigato’ (dank je wel) en ‘konnichiwa’ (hallo) goed onder de knie, dus dat maakt grote indruk. Ze geloven ook maar niet dat Jasper nog maar 3 jaar is. Hij is ook wel erg groot voor zijn leeftijd en wordt volgende maand al weer 4 jaar.
Toen we weg gingen zei onze collega sake drinker ‘dank je wel’, we hadden hem al met Google translate in de weer gezien 😂 en werden we uitgezwaaid door de familie.
Morgen vertrekken we naar Tokyo, onze laatste bestemming in Japan.
Superleuk om te lezen wat jullie allemaal meemaken Annelies! En links rijden is kwestie van wennen maar natuurlijk kun jij dat ook: keep going! Veel plezier in Tokyo: gaaf hoor, verheug me alweer op de volgende berichten. Fijn weekend vast.